Machu Picchu - Reisverslag uit Puno, Peru van M. S. - WaarBenJij.nu Machu Picchu - Reisverslag uit Puno, Peru van M. S. - WaarBenJij.nu

Machu Picchu

Door: Makram

Blijf op de hoogte en volg M.

29 Oktober 2009 | Peru, Puno

We verblijven uiteindelijk nog twee dagen in Arequipa, omdat Tom zich niet heel lekker voelt. Ik pak mijn rust op de binnenplaats van hostel ‘Le Foyer’, waar ik mijn vorige verslag kan schrijven. Elke keer als ik de kamer binnen loop hoor ik oorlogsgeluiden uit de badkamer komen, wat niet veel goeds zegt over de toestand van Tom’s darmstelsel. Zelf heb ik ook wel wat last van krampen, maar dat uit zich gelukkig niet op dezelfde manier als bij Tom. Ik krijg hem ’s avonds wel zover om even met mij mee te gaan om wat te eten. Ik ben de enige die wat te eten besteld en bij de eerste hap die ik Tom aanbied, zie ik zijn hoofd vertrekken en hoor ik hem nog even zeggen: ‘ow, ik weet t niet’. Ik wist het inmiddels al wel en probeer hem zo snel mogelijk bij mijn eten weg te krijgen. Hij neemt helaas mijn advies om de straat op te gaan niet aan, maar verkiest het toilet van het restaurant. Gelukkig heeft het toilet een open bovenkant, waardoor niet alleen ik, maar iedereen in het keurige restaurantje mee kan genieten van de kotsgeluiden. De eigenaar van het restaurant kijkt mij een beetje boos aan, maar ik kan desondanks ongestoord lekker mijn ravioli bolognese opeten. Tom komt met een strak gezicht teruglopen en gaat weer rustig zitten; alsof er niks gebeurd is.
Na nog een dag uitgerust te hebben checken we uit in het hostel en heb ik meedelijden met degene die schoonmaakdienst heeft in onze (bad)kamer. Ons plan was om direct een bus te pakken naar Cusco (10uur), maar omdat die alleen ’s avonds zouden vertrekken, besluiten we een bus naar Puno (7uur) te pakken, een stad aan ‘Lake Tititkaka’ die wel direct zou vertrekken. We stappen in een vieze, warme bus, die vervolgens nog een klein uur stil blijft staan op bij de terminal terrestre. Ik merk dat het Peruaanse volk vrij ongeduldig is en zelfs de traditioneel gekleede vrouwtjes roepen uit volle borst mee: ‘Ya Vamos!!, Vamos!!’ gevolgd door het geluid van stampende voeten. Na 6 uur rijden komen we in de stad Juliaca aan, wat niet zo toeristisch is en op de weg ligt van Puno naar Cusco. Wij willen uiteindelijk nog naar Cusco toe, dus achten wij het slimmer om een nacht in Juliaca te verblijven. Voordat we gaan slapen lopen we nog even door de drukke hoofdstraat van Juliaca. Op straat zien we heel veel mensen die ogenschijnlijk vaak op niks staan te wachten. We eten wat bij een ‘Chifa’ (chinees restaurantje) en gaan snel naar bed om de volgende dag weer een bus te pakken naar Cusco (6uur).
Ik had gister een mooie bus gezien van de maatschappij ‘Julsa’, dus besluiten we vandaag met die maatschappij naar Cusco te reizen. We worden echter weer teleurgesteld als toevallig onze bus weer een heel lelijke, vieze bus is. Als we aankomen in Cusco, kopen we een ticket voor de avondtrein naar Aquas Calientes, de stad aan Machu Picchu. Ze maken geen grappen en vragen voor deze toeristische attractie ook toeristische prijzen. Omdat de trein vertrekt vanaf Ollantaytambo moeten we eerst nog even een busje pakken (2,5 uur) vanaf Cusco. De trein vertrekt om 19.00uur en zit vol met toeristen die allemaal vol goede hoop en verwachting de verloren Incastad Machu Picchu te bezoeken, een van de meest indrukwekkende plekken ter wereld! Tom is echter de hele weg al zeer cynisch over deze toeristische attractie en geeft mij al verschillende keren aan dat hij dit net zo goed over wilde slaan en dat het wel heel anders moet zijn dan zijn verwachting wil hij het leuk vinden. Ik blijf echter positief en als we aankomen in Aquas Calientes komen we dorp gericht op alle toeristen die daar natuurlijk willen overnachten voordat ze ‘smorgens vroeg naar Machu Picchu zullen gaan. We kopen een ‘studenten’ ticket, die de helft goedkoper is, voor de volgende dag. Ook willen we alvast een busticket kopen, maar het loket blijkt al dicht te zijn. We laten ons vertellen dat het loket weer open gaat om 05.00uur, maar dat het slim is om er al om 04.00uur te zijn, aangezien de vele toeristen die als eerste Machu Picchu willen betreden, wat om 06.00uur open gaat. Het genoodzaakt er vroeg bij te zijn als je ook de Wayapicchu wilt beklimmen, de bekende berg die je op alle fotos van Machu Picchu ziet, omdat hier slechts 400 mensen per dag op worden toegelaten. Nu we er toch zijn, lijkt het ons genoodzaakt om de Wayapicchu ook te beklimmen, dus zet ik mijn wekker om 03.30uur. We komen rond 04.00uur aan bij de busstandplaats, waar de eerste toeristen zich al verzameld hebben. Het regent behoorlijk hard, maar wij zijn gelukkig optijd om onder een afdakje te staan. Het is onduidelijk waar de buskaartjes nog verkocht gaan worden, aangezien er twee loketten zijn. Ook zijn er veel mensen die al in de rij staan voor de eerste bus, dus is het moeilijk onderscheid te maken tussen mensen die nog een kaartje willen kopen voor de bus en die gewoon in de rij staan om de eerste bus te kunnen pakken. Dit zorgt ervoor dat Tom in een ongemakkelijke situatie komt waar een paar vrouwtjes vragen of hij door kan lopen, zodat zij ook onder een afdak kunnen staan. Tom ziet dit echter niet echt als een optie, omdat dat betekend dat hij zijn plek, nu recht voor het loket, moet opgeven. Al snel gaan meer mensen zich er mee bemoeien en lijkt het erop dat Tom gelijk krijgt met zijn cynische blik over het hele Machu Picchu gebeuren. Gelukkig loopt het los en vinden we een mooie tussenweg. Ik zie dat een ander loket rond 05.10uur geopend wordt en sprint daarheen om een kaartje voor de bus te halen. Ik loop nog even langs een winkeltje wat al open is om een pak koekjes te halen en wat water wonder boven wonder zitten Tom en ik in de eerste bus naar Machu Picchu, wat slechts een kwartiertje rijden is vanaf Aquas Calientes. Als we aankomen in Machu Picchu staan er al een aantal mensen te wachten bij de ingang. We worden binnen gelaten en klimmen meteen naareen uitzichtspunt. Dit bereiken we als een van de eerste vandaag, en zien zo nog de Incastad liggen, zoals de foto deze ook weergeeft. Ik ben voornamelijk gefascineerd door de mooie natuur waarin deze ruïnes liggen, de volbegroeide groene bergen en de laaghangende wolken geven een sprookjesachtige sfeer. Ik moet inmiddels wel nodig plassen, maar aangezien er geen w.c.’s zijn lijkt het mij nodig om over een stenen huisje binnen de stad te urineren. Helaas word ik gestopt door mijn moeite met plassen in de nabijheid van andere mensen. Ik sta echter nog steeds met mijn broek op mijn knieën en als ik naar rechts kijk zie ik dat een aantal mensen fotos van mij aan het nemen zijn, wat niet meehelpt aan de druk die inmiddels op mijn blaas is ontstaan. Ik vind uiteindelijk gelukkig een bosje, waar ik rustig mijn gang kan gaan. Om 07.00uur gaat de poort open naar de Wayapicchu. Tom en ik beklimmen eerste een kleine berg ernaast, welke door minder toeristen beklommen wordt, gezien hij iets stijler is, maar wel minder hoog. We hebben een mooi uitzicht, maar gaan vrij snel weer naar beneden om dan de Wayapicchu zelf ook te beklimmen. Er staat op een bord aangegeven dat het ongeveer een uur klimmen is naar de top,maar Tom en ik doen dat uiteraard in ongeveer 25 minuten. Op dit deel zijn inmiddels ook wel veel toeristen beland en we blijven dan ook niet lang op de top. Er staat op een ander bordje aangegeven dat je naar de ‘grand cave’ kunt komen, wat een tocht van 2.5 uur is. We dalen een heel stuk af en komen op een plek waar een kleine grot is,die totaal niet indrukwekkend is. Het is hier echter wel extreem rustig, omdat dit pad vrij zwaar is en dus niet toegangelijk voor iedereen. We zien een miereneter even op een rots klimmen en vervolgens verdwijnen in de jungle naar beneden. Tom en ik gaan van het pad af, de jungle in, in de hoop het dier nog tegen te komen. Helaas wordt vrij snel duideljk dat de jungle moeilijk te begaan is en al vrij snel gaan we terug naar het pad. Het pad gaat nu stijl omhoog en het wordt inderdaad nog een zware klim terug naar de stad Machu Picchu. Hier aangekomen zien we nu heel veel toeristen en zijn er een aantal tamme lama’s losgelaten om de toeristische sfeer te vergroten. Wij klimmen nog een klein stukje aan de andere kant van de stad, maar we merken beiden, nu het 11.00uur is, dat het gebrek aan een ontbijt ons zwak maakt. We besluiten om het bij deze ervaring te laten en pakken een bus terug naar Aquas Calientes. Hier aangekomen eten we nog wat, kopen een ticket voor de trein morgen en gaan vervolgens even slapen. Om 05.18uur word ik onaangenaam wakker gemaakt door een niesbui van Tom. Dit is niet de eerste keer dat dit gebeurd en ik heb zo het idee dat hij allergisch is voor stof of mijt. Gelukkig blijf ik rustig onder de onaangename omstandigheden en doet het mij deugd dat ik niet het meest lijd van ons twee. We pakken de trein terug naar Ollantaytambo en vandaar delen we een taxi met twee Hongaren van een jaar of 60, die momenteel in Canada wonen. Elke keer als ik net mijn ogen dicht wil doen, komt de oude vrouw met een vraag in slecht Engels over homoseksualiteit in Nederland. Ze lijkt bang te zijn dat een van haar kinderen misschien homoseksueel is en ze denkt dat dát komt doordat ze in Canada zo vrij zijn op dit gebied. Ze heeft gehoord dat het in Nederland hetzelfde is en denkt dat een open maatschappij homoseksualiteit stimuleert, wat tegen de natuur in is. Tom is inimddels wijs in zijn boek gaan lezen, waardoor ik verplicht ben, volgens de wetten van socialiteit, om de vragen van de vrouw te blijven beantwoorden voor zolang de rit duurt (een kleine 2 uur). Aangekomen op de plaza de armas van Cusco zoeken we hier een hostel in de buurt. Op het plaza de armas bieden veel mensen massages aan, dus besluiten we, aangezien we toch niks beters te doen hebben een massage van een uur te nemen voor slechts 15 sol (ongeveer 4 euro)! Geheel ontspannen lopen we terug naar het hotel waar ik vervolgens even ga slapen. Als ik wakker word is het tijd om te eten en aangezien het zaterdag is, kunnen we vandaag ook lekker uitgaan in de stad Cusco! Hier veel toeristen en ook westerse muziek, maar Tom en ik weten een mooie plek met overzich in de club te vinden, waar we de aanwezige mensen psychologisch kunnen analyseren. De volgende ochtend checken we uit en laten we, voordat we de 7uur durende busrit naar Puno beginnen, ons eerst nog even een uurtje masseren! Zodra we aankomen in Puno is het inmiddels 22.00uur, maar nadat we hebben ingecheckt in een hostal, besluiten we toch nog ergens even wat te gaan eten. Volgens de man in het hostel is het centrum op 10 minuten loopafstand, dus gaan we lopend op zoek naar een restaurant wat nog open is op dit tijdstip. De straten zijn overal waar ik kijk bezaaid met vuil en ook zijn er erg veel straathonden te bekennen. We eten wat en lopen vermoeid weer terug richting het hostel. Ik zie een straathond naar ons kijken en maak nog even een grap door Tom in de richting van de hond te duwen, die zich op zo’n 10 meter afstand van hem bevindt. We lopen nog 10 meter verder en als we omkijken zien we dat er inmiddels 5 honden blaffend onze richting op komen. De afstand is nu ongeveer 20 meter, maar ik weet ook dat honden snel zijn en juist achter je aankomen als je wegrent. Tom twijfelt echter niet en zet het op een rennen. Ik zie links van mij nog een hond achter een hek beginnen te blaffen en de honden achter ons komen nu ook in een vaartje mijn richting op. Ik zie de honden aan de ene kant op mij afkomen en Tom aan de andere kant van mij wegrennen. Het is een lange weg, met geen andere vluchtmogelijkheden dan het einde van de straat wat nog zo’n 100 meter ver weg is. Ik kan niks anders bedenken dan het ook op een rennen te zetten! Gelukkig ben ik nog steeds vrij snel en verlaten wij hoogstwaarschijnlijk het terrotorium van de honden waardoor we aan het eind van de straat weer even op adem kunnen komen. Op zulke momenten merk je dat je eigenlijk wel heel snel kunt rennen en dat je zelfs op 3800 meter hoogte niet zo snel buiten adem raakt. We lopen een andere straat in en ik vraag Tom om niet nog eens weg te rennen voor een groep honden. Hij stemt in, maar in de straat waar we nu in lopen zien we een groep van 12 honden door het vuil spitten. Eerst stel ik voor een andere route te nemen, maar als we een paar lokale mensen er rustig langs zien lopen besluiten wij dat ook maar te doen. Eenmaal aan de andere kant van de groep honden komen we erachter dat we niet in de juiste straat zitten en dus weer terug moeten. Omdat we inmiddels een beetje gedesoriënteerd zijn nemen we de eerste taxi die langs komt rijden, die ons vervolgens 200 meter verder voor het hostel afzet.
Als we om 06.30uur wakker worden checken we uit om naar het eiland ‘Amanatani’ op ‘Lake Titikaka’ te gaan. In Peru hadden we een taxi gedeeld met een Amerikaanse dame ‘Lana’, die een lange tijd op dit eiland zou verblijven om tassen en truien te maken en laten maken door de lokale bevolking. Ze had ons destijds uitgenodigd om langs te komen als we in de buurt waren. Dit leek ons uiteraard een beter idee dan met een georganiseerde toer een van de eilanden te bezoeken. Tom en ik zijn echter te lui geweest om het adres nog even te checken in een mail die zij gestuurd had, waardoor we na ruim 3 uur varen op een eiland aankomen met 10 dorpen. We vragen een beetje rond, maar worden van het kastje naar de muur gestuurd en niemand lijkt haar echt te kennen. Dan krijgen we van iemand een tip dat ze verblijft bij ene Ruthi in het dorp Sancayuni, wat 3 dorpen verder ligt dan het dorp waar we zijn aangekomen. We lopen met onze volle bepakking ongeveer anderhalf uur voordat we in het dorp komen waar we nog verder vragen. We worden door de zus van Ruthi naar het huis gebracht, waar we vervolgens niemand treffen. Als een van de dochters terug komt van school verteld zij ons dat Lana pas later op de dag terug zou komen. Nadat we wat droog brood met aardappelen en oka’s (een soort zoete aardappel in de vorm van een wortel)te eten hebben gekregen veranderd het verhaal en blijkt dat Lana drie dagen terug is vertrokken naar Bolivië voor een week. Als Ruthi uiteindelijk thuis komt ontvangt zij ons echter met open armen als wij zeggen dat we vrienden van Lana zijn. We besluiten in haar huis te verblijven, waar geen electriciteit, stromend water of een normaal toilet aanwezig zijn. De drie jonge dochters van haar lopen even met ons mee naar een plaatselijke supermarkt, waar Tom sinterklaas speelt door alles voor hen te kopen wat ze lekker vinden. Zelden hebben we iemand zo blij gezien met een Snickers en een Twix. De familie waar we verblijven spreekt onderling Quechua, en weet ons een aantal woorden te leren, waaronder ‘bedankt’ = ‘isparazungi’. We krijgen ook te horen dat de familie leeft van wat ze zelf verbouwen en verder eigenlijk nergens echt winst op maken. Een primitief, doch zeer gastvrije familie. Na het eten bij kaarslicht, gaat iedereen richting bed (rond 19.30uur). We besluiten om de volgende dag weer weg te gaan, aangezien we Lana niet hebben kunnen treffen en het eiland verder niet veel bijzonders te bieden heeft. Ik hoop eindelijk op een goede nachtrust, maar rond 22.30uur word ik wederom door een onaangenaam wakker gemaakt door een niesaanval van Tom, waar het hele huis van trilt. Als we om 05.30uur worden wakker gemaakt door Ruthi neemt de hele familie afscheid van ons en zeggen ze dat ze ons altijd zullen onthouden en zijn ze ons dankbaar voor ons verblijf. Ruthi zelf loopt nog met ons mee naar de haven, wat via haar route slechts een uurtje lopen is en draagt zelfs onze kleinere rugzakken voor ons. Ik verwonder mij over de vrouwen hier, die allemaal wel met een zware zak op hun rug lopen en niet klagen. Ook verwonder ik mij over de kinderen hier op dit eiland. Een dochter van Ruth; Daneetsa, 9 jaar, zie ik al veel huishoudelijke taken verrichten en zelfs helpen bij het koken zonder ook maar een moment te klagen. De kinderen in Nederland zijn dan toch echt te veel verwend en gewend geraakt aan het niks doen, wat het raar maakt als je dan een keer wel een taak voor iemand anders moet uitvoeren. Onderweg vertelt Ruthi ons dat er op dit eiland 5000 mensen wonen waarvan er meerdere al ouder zijn dan 100 jaar en dat de vader van haar man Mario ook al 108 jaar oud is. Tom vindt het moeilijk om afscheid te nemen en had achteraf eigenlijk nog wel graag een dagje willen blijven. We stappen in de boot en 3 uur later zijn we weer in Puno, waar we na de lunch meteen een busje nemen richting Copacobana, Bolivië (3,5uur). We verlaten het mooie Peru, waar we uiteindelijk een lange tijd zijn verbleven, maar waar we ook veel hebben meegemaakt…

  • 29 Oktober 2009 - 18:29

    Laura:

    hahaa geweldig, ik heb weer erg genoten van dit mooie verhaal.

    Kusje

  • 29 Oktober 2009 - 19:56

    Derk:

    het lijken wel de spannende verhalen uit de oude Bob Evers serie: 'Veel gedoe in Peru', 'Mafia in Bolivia' en 'Hysterie in Amatanani'.. Leest elke keer lekker weg: twee jongen helden op avontuur..

  • 29 Oktober 2009 - 21:56

    Pa & Ma:

    wat zal je blij zijn met je rabies-inentingen! Wel leuk dat jullie ook veel contact hebben met de lokale bevolking. Veel plezier verder, dikke kus

  • 30 Oktober 2009 - 11:40

    Anne:

    Ik kwam nu pas op het idee je site op te zoeken! Heb nog veel in te halen!
    Maar superleuk om te lezen wat je daar allemaal meemaakt :)
    Geniet ervan!

    XX

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Peru, Puno

Zuid Amerika

South America

Recente Reisverslagen:

28 Januari 2010

Contrast

17 Januari 2010

Look into my Eyes

04 Januari 2010

It starts with...

24 December 2009

Communicatie

17 December 2009

Fin del Mundo
M.

Actief sinds 12 Aug. 2009
Verslag gelezen: 109
Totaal aantal bezoekers 36877

Voorgaande reizen:

25 September 2014 - 17 Augustus 2015

Facing Life and Death

20 Augustus 2009 - 28 Januari 2010

Zuid Amerika

Landen bezocht: